Een single cell is een losse bui in een bepaalde luchtmassa. Het ontstaat dus niet op luchtmassascheidingen (Fronten) en dergelijke. Meestal ontstaan single cells door lokale convectie. Bijvoorbeeld op een hete zomerdag. De zon verwarmt het aardoppervlak, en daarboven ontstaan flink verwarmde luchtbellen. Deze stijgen meestal rechtop omhoog. Door adiabatische stijgingsprocessen (zie onderwerp: Adiabatisch proces) ontstaat er een bui. Doordat er in het geval van een single cell weinig windschering is (en meestal dus ook weinig stroming in de atmosfeer) is er weinig organisatie op te merken. De stijgstroom en de daalstroom zijn daardoor niet gescheiden van elkaar. In het beginstadium is de stijgstroom de overheersende variant, maar naarmate de bui zich goed ontwikkeld heeft tot het volwassen stadium, begint er neerslag te vallen. Op dit punt zien we dan ook het onweer voorkomen en is de bui op zijn sterkst. In de vallende neerslag koelt de lucht snel en sterk af, en begint daardoor te dalen. De stijgstroom wordt dan door de zware, koude, dalende lucht, flink tegengewerkt. De aanvoer van energie, in de
vorm van warmte en vocht, neemt af, of stopt zelfs helemaal. De bui sterft hierdoor uit. Dit hele proces vind plaats in gemiddeld zo’n 30 minuten. Een single cell is dus een kortlevende onweersbui.
Single Cells ontstaan niet alleen op hete zomerdagen, maar juist ook op frisse dagen, en dan met name in de winter, het voor- en najaar. Maritiem polaire of arctische lucht weet in deze tijd van het jaar onze regio regelmatig te bereiken. Typisch voor deze luchtsoort is de koude bovenlucht die zij met zich meebrengen, soms tot -40 op 5 kilometer hoogte. Een luchtpakketje stijgt makkelijk in een omgeving die kouder is dan het luchtpakketje zelf. En dan bedenk je je toch ineens dat het luchtpakketje van bijvoorbeeld 5 graden, best wel warm is ten opzichte van de koude omgevingslucht. Hierin kan dit luchtpakketje dus gemakkelijk stijgen, en ontstaan er buien, meestal single en bij hogere scheringswaarden ook multicell. Vaak is er vrije convectie mogelijk, en loopt de lucht helemaal vol met (enorme) stapelwolken. Denk maar eens aan die typische frisse dagen in september of oktober.